...AsSalaamoe 'aleikoem Wa Rahmatoellahie Wa Barekatoeh...


In de Naam van Allah de Erbarmer, de meest Barmhartige

vrijdag 31 augustus 2007

Een persoon herken je aan zijn vrienden

Allah Subhanahu wa Ta’ala zegt in de Heilige Qor`aan: « En wanneer jij (O, Muhammed) degenen ziet die Onze Verzen (spottend) bediscussiëren, keer je dan van hen af (vergezelschap hen niet), totdat zij over een ander onderwerp beginnen te spreken! » [1]

Ibn Kathier Rahiemahullah zegt over dit vers:

“De bedoeling is dat elk individu van de gemeenschap (ervoor oppast) om met leugenaars te zitten die de Verzen van Allah verdraaien en ze op een manier interpreteren die in tegenstelling tot de juiste bedoeling is. Wanneer iemand dan per vergissing toch met hen zit dan zegt Allah Subhanahu wa Ta’ala hierover: « En als de Satan het jou doet vergeten, zit dan niet, nadat de herinnering tot jou gekomen is, bij het volk dat Dh’limoen (polytheïsten, kwaaddoeners, Ahloel-bid’ah, zondaars etc.) is! » [2]

Op gezag van ‘Abdoellaah ibn Mas’oed RadiAllahu ‘anhu: “er kwam een man naar de Boodschapper van Allah salla Allahu ‘alayhi wa sallam en zei: ‘O, Boodschapper van Allah wat zegt U van een persoon die van een volk houdt terwijl hij zichzelf nog niet met hen heeft samengevoegd?’ De Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam zei hierop: ‘Een persoon is met diegene van wie hij houdt!’ ” [3]

Op gezag van Anes ibn Maalik RadiAllahu ‘anhu: “de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam heeft gezegd: ‘Een persoon is met degene van wie hij houdt!’ ” [4] (i.e. hij zal tot Opstanding gebracht worden met diegene met wie hij gewoon was om in gezelschap mee te verkeren. ) [5]

Op gezag van Abu Hoerayrah RadiAllahu ‘anhu: “de Boodschapper van Allah salla Allahu ‘alayhi wa sallam heeft gezegd: ‘Een persoon belijdt het geloof van zijn vriend. (i.e. hij neemt de gewoonten van zijn vrienden en gezelschap over) Laat eenieder dus kijken met wie hij optrekt!’ ” [6]

Ibn Mas’oed RadiAllahu ‘anhu heeft gezegd: ‘Voorwaar een man gaat om en loopt met degene van wie hij houdt en degenen die net zoals hem zijn!’ [7]

Abu Dardaa RadiAllahu ‘anhu heeft gezegd: ‘Een (teken) van het begrip van een persoon is zijn vriendschap, gast(en) en gezelschap!’ [8]

Op gezag van Moe’aadh ibn Moe’aadh Rahiemahullah: “ik zei tegen Yehya ibn Sa’ied: ‘O Abaa Sa’ied, een persoon kan noch zijn zoon, noch zijn vriend, noch zijn gezelschap verbergen ook al verbergt hij zijn overtuiging!’ ”

Op gezag van ‘Uqbah ibn ‘Alqama Rahiemahullah, hij heeft gezegd: “Ik was bij Artah ibn Mondhir toen een aantal van de aanwezige gasten vroeg wat wij zeggen over een persoon die met Ahloes-Sunnah zit en met hen omgaat, maar op het moment dat Ahloel-bid’ah genoemd worden hij zegt dat we niet over hen moeten spreken en het spreken over hen moeten laten? Hij zei: Artah zei: ‘Hij hoort bij hen, heb geen twijfel over zijn situatie!’ Hij zei: ‘Ik was het niet eens met deze uitspraak van Artah totdat ik Imaam Al-Awzaa’i ontmoette, hij was een specialist in dit soort zaken’ Hij (Al-Awzaa’i) zei: ‘Artah’s uitspraak is waar en oprecht! Deze persoon verbiedt het om over hen te spreken, wanneer wordt men dan gewaar van hun situatie als er niet over hen gesproken wordt’(!)” [9]

Imaam Al-Awzaa’i Rahiemahullah heeft gezegd: ‘Wie zijn bid’ah voor ons verbergt kan zijn vriendschap niet voor ons verbergen!’ [10]

Mohammed ibn ‘Oebaid Al-Gholaabie Rahiemahullah heeft gezegd: ‘Ahloel-bid’ah kunnen alles verbergen, behalve hun vrienden en gezelschap!’ [11]

Imaam Ahmed Rahiemahullah heeft gezegd: ‘Wanneer een persoon een innoveerder groet dan houdt hij van hem!’ [12]

Abu Dawud As-Sadjestaanie Rahiemahullah heeft gezegd: “Ik zei tegen Abu ‘Abdillaah Ahmed bin Hanbal: ‘Wanneer ik een persoon van Ahloes-Sunnah met een persoon van Ahloel-bid’ah zie zitten, moet ik dat dan zo laten?’ Hij zei: ‘Nee, je moet hem inlichten dat de persoon waar hij zich mee ophoudt een persoon van bid’ah is. Wanneer hij het vergezellen van hem laat, spreek dan (gewoon) met hem, maar wanneer hij dat niet doet weet dan dat hij bij hem hoort!’ ”

Ibn Mas’oed RadiAllahu ‘anhu heeft gezegd: ‘Een persoon herken je aan zijn vrienden!’ [13]

Al-Foedail ibn ‘Iyaadh Rahiemahullah heeft gezegd: ‘De zielen zijn in groepen die elkaar aantrekken geschapen! Diegenen die elkaar ontmoet hebben klikken met elkaar terwijl degenen die elkaar niet ontmoet hebben elkaar afstoten! Het is onmogelijk dat een Sunni zich aangetrokken voelt tot een persoon van bid’ah behalve uit hypocrisie!’ Ibn Battah zei vervolgens in zijn commentaar op deze uitspraak van Al-Fodail: ‘Al-Fodail Rahiemahullah heeft hier gelijk, want we zien dit hedendaags met eigen ogen!’ [14]

Toen Soefyaan ath-Thowrie Rahiemahullah aankwam in Al-Basra begon hij te kijken naar de situatie van Rabie’ (i.e. Ibn Soebayh) en zijn aanzien bij de mensen. Hij vroeg (een aantal mensen) over wat zijn madhab was. Zij zeiden: ‘Zijn madhab is niets anders dan de Sunnah!’ Hij (Soefyaan) vroeg: ‘Wie zijn zijn vrienden?’ Zij zeiden: ‘Al-Qaderiyyah!’ Hij zei: ‘Hij is een Qaderie!’ [15]

Imaam el-Berbehaarie zegt in Sharh As-Sunnah 144: ‘Wanneer je een persoon met iemand van Ahloel-Hawaa ziet zitten, waarschuw hem dan en licht hem over hem in! Wanneer hij na kennisneming nog met hem zit (omgaat) ontwijk hem dan, want hij is voorzeker iemand die zijn begeerten achterna loopt (Saahib Hawaa).’ Er werd tegen al-Awzaa’i Rahiemahullah gezegd dat een persoon zegt dat, hij met Ahloes-Sunnah en met Ahloel-bid’ah zit. al-Awzaa’i zei daarop: ‘Deze persoon wil de Waarheid en het valse gelijk aan elkaar maken!’ Ibn Batta Rahiemahullah zei in zijn commentaar op deze uitspraak: ‘Wat al-Awzaa’i hier zegt is waar; deze persoon kent het verschil tussen de waarheid en het valse niet, noch het verschil tussen Imaan en Kufr. Voor zo iemand als dit is de Qur`aan neergezonden en de Sunnah van de Uitverkorene overleverd. Allah Subhanahu wa Ta’ala zegt: « En als zij degenen die geloven ontmoeten, dan zeggen zij: ‘Wij geloven!’ Maar wanneer zij terugkeren naar hun duivels dan zeggen zij: ‘Voorwaar, wij staan aan jullie kant en voorwaar, wij spotten alleen met hen!’ » [16] [17]

Samengesteld en vertaald door: Mohammed Abu 'Oebaydillaah

Voetnoten:

[1,2] Surah Al-An’aam 6:68.
[3] Overgeleverd door al-Bukhari KitaAbul-Adeb (96/6169).
[4] Overgeleverd door at-Tirmidhi Kitaab az-Zoehd 2492.
[5] ‘al-Moebaarekfoerie commentaar Tirmidhi
[6] Overgeleverd door at-Tirmidhi Kitaab az-Zoehd 2484, Ahmed, Abu Daawoed, al-Bayhaqie en Imaam an-Nawawie noemde hem in Riyaadhoes-Saalihien en zei: ‘de hadeeth heeft een authentieke ketting van overleveraars.’
[7] Al-Iebaanah door Ibn Battah 2/476.
[8] Al-Iebaanah 2/464.
[9] Taariech Demashq 8/15.
[10,11] Al-Iebaanah 2/479.
[12] Tabaqaat Al-Hanaabilah 1/196
[13] Authentiek, overgeleverd door Ibn Abie Y’alaa in Tabaqaat Al-Hanaabilah 1/160.
[14,15,16] Al-Iebaanah 2/456.
[17] Soerah Al-Baqarah Vers: 14.