...AsSalaamoe 'aleikoem Wa Rahmatoellahie Wa Barekatoeh...


In de Naam van Allah de Erbarmer, de meest Barmhartige

vrijdag 31 augustus 2007

Een persoon herken je aan zijn vrienden

Allah Subhanahu wa Ta’ala zegt in de Heilige Qor`aan: « En wanneer jij (O, Muhammed) degenen ziet die Onze Verzen (spottend) bediscussiëren, keer je dan van hen af (vergezelschap hen niet), totdat zij over een ander onderwerp beginnen te spreken! » [1]

Ibn Kathier Rahiemahullah zegt over dit vers:

“De bedoeling is dat elk individu van de gemeenschap (ervoor oppast) om met leugenaars te zitten die de Verzen van Allah verdraaien en ze op een manier interpreteren die in tegenstelling tot de juiste bedoeling is. Wanneer iemand dan per vergissing toch met hen zit dan zegt Allah Subhanahu wa Ta’ala hierover: « En als de Satan het jou doet vergeten, zit dan niet, nadat de herinnering tot jou gekomen is, bij het volk dat Dh’limoen (polytheïsten, kwaaddoeners, Ahloel-bid’ah, zondaars etc.) is! » [2]

Op gezag van ‘Abdoellaah ibn Mas’oed RadiAllahu ‘anhu: “er kwam een man naar de Boodschapper van Allah salla Allahu ‘alayhi wa sallam en zei: ‘O, Boodschapper van Allah wat zegt U van een persoon die van een volk houdt terwijl hij zichzelf nog niet met hen heeft samengevoegd?’ De Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam zei hierop: ‘Een persoon is met diegene van wie hij houdt!’ ” [3]

Op gezag van Anes ibn Maalik RadiAllahu ‘anhu: “de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam heeft gezegd: ‘Een persoon is met degene van wie hij houdt!’ ” [4] (i.e. hij zal tot Opstanding gebracht worden met diegene met wie hij gewoon was om in gezelschap mee te verkeren. ) [5]

Op gezag van Abu Hoerayrah RadiAllahu ‘anhu: “de Boodschapper van Allah salla Allahu ‘alayhi wa sallam heeft gezegd: ‘Een persoon belijdt het geloof van zijn vriend. (i.e. hij neemt de gewoonten van zijn vrienden en gezelschap over) Laat eenieder dus kijken met wie hij optrekt!’ ” [6]

Ibn Mas’oed RadiAllahu ‘anhu heeft gezegd: ‘Voorwaar een man gaat om en loopt met degene van wie hij houdt en degenen die net zoals hem zijn!’ [7]

Abu Dardaa RadiAllahu ‘anhu heeft gezegd: ‘Een (teken) van het begrip van een persoon is zijn vriendschap, gast(en) en gezelschap!’ [8]

Op gezag van Moe’aadh ibn Moe’aadh Rahiemahullah: “ik zei tegen Yehya ibn Sa’ied: ‘O Abaa Sa’ied, een persoon kan noch zijn zoon, noch zijn vriend, noch zijn gezelschap verbergen ook al verbergt hij zijn overtuiging!’ ”

Op gezag van ‘Uqbah ibn ‘Alqama Rahiemahullah, hij heeft gezegd: “Ik was bij Artah ibn Mondhir toen een aantal van de aanwezige gasten vroeg wat wij zeggen over een persoon die met Ahloes-Sunnah zit en met hen omgaat, maar op het moment dat Ahloel-bid’ah genoemd worden hij zegt dat we niet over hen moeten spreken en het spreken over hen moeten laten? Hij zei: Artah zei: ‘Hij hoort bij hen, heb geen twijfel over zijn situatie!’ Hij zei: ‘Ik was het niet eens met deze uitspraak van Artah totdat ik Imaam Al-Awzaa’i ontmoette, hij was een specialist in dit soort zaken’ Hij (Al-Awzaa’i) zei: ‘Artah’s uitspraak is waar en oprecht! Deze persoon verbiedt het om over hen te spreken, wanneer wordt men dan gewaar van hun situatie als er niet over hen gesproken wordt’(!)” [9]

Imaam Al-Awzaa’i Rahiemahullah heeft gezegd: ‘Wie zijn bid’ah voor ons verbergt kan zijn vriendschap niet voor ons verbergen!’ [10]

Mohammed ibn ‘Oebaid Al-Gholaabie Rahiemahullah heeft gezegd: ‘Ahloel-bid’ah kunnen alles verbergen, behalve hun vrienden en gezelschap!’ [11]

Imaam Ahmed Rahiemahullah heeft gezegd: ‘Wanneer een persoon een innoveerder groet dan houdt hij van hem!’ [12]

Abu Dawud As-Sadjestaanie Rahiemahullah heeft gezegd: “Ik zei tegen Abu ‘Abdillaah Ahmed bin Hanbal: ‘Wanneer ik een persoon van Ahloes-Sunnah met een persoon van Ahloel-bid’ah zie zitten, moet ik dat dan zo laten?’ Hij zei: ‘Nee, je moet hem inlichten dat de persoon waar hij zich mee ophoudt een persoon van bid’ah is. Wanneer hij het vergezellen van hem laat, spreek dan (gewoon) met hem, maar wanneer hij dat niet doet weet dan dat hij bij hem hoort!’ ”

Ibn Mas’oed RadiAllahu ‘anhu heeft gezegd: ‘Een persoon herken je aan zijn vrienden!’ [13]

Al-Foedail ibn ‘Iyaadh Rahiemahullah heeft gezegd: ‘De zielen zijn in groepen die elkaar aantrekken geschapen! Diegenen die elkaar ontmoet hebben klikken met elkaar terwijl degenen die elkaar niet ontmoet hebben elkaar afstoten! Het is onmogelijk dat een Sunni zich aangetrokken voelt tot een persoon van bid’ah behalve uit hypocrisie!’ Ibn Battah zei vervolgens in zijn commentaar op deze uitspraak van Al-Fodail: ‘Al-Fodail Rahiemahullah heeft hier gelijk, want we zien dit hedendaags met eigen ogen!’ [14]

Toen Soefyaan ath-Thowrie Rahiemahullah aankwam in Al-Basra begon hij te kijken naar de situatie van Rabie’ (i.e. Ibn Soebayh) en zijn aanzien bij de mensen. Hij vroeg (een aantal mensen) over wat zijn madhab was. Zij zeiden: ‘Zijn madhab is niets anders dan de Sunnah!’ Hij (Soefyaan) vroeg: ‘Wie zijn zijn vrienden?’ Zij zeiden: ‘Al-Qaderiyyah!’ Hij zei: ‘Hij is een Qaderie!’ [15]

Imaam el-Berbehaarie zegt in Sharh As-Sunnah 144: ‘Wanneer je een persoon met iemand van Ahloel-Hawaa ziet zitten, waarschuw hem dan en licht hem over hem in! Wanneer hij na kennisneming nog met hem zit (omgaat) ontwijk hem dan, want hij is voorzeker iemand die zijn begeerten achterna loopt (Saahib Hawaa).’ Er werd tegen al-Awzaa’i Rahiemahullah gezegd dat een persoon zegt dat, hij met Ahloes-Sunnah en met Ahloel-bid’ah zit. al-Awzaa’i zei daarop: ‘Deze persoon wil de Waarheid en het valse gelijk aan elkaar maken!’ Ibn Batta Rahiemahullah zei in zijn commentaar op deze uitspraak: ‘Wat al-Awzaa’i hier zegt is waar; deze persoon kent het verschil tussen de waarheid en het valse niet, noch het verschil tussen Imaan en Kufr. Voor zo iemand als dit is de Qur`aan neergezonden en de Sunnah van de Uitverkorene overleverd. Allah Subhanahu wa Ta’ala zegt: « En als zij degenen die geloven ontmoeten, dan zeggen zij: ‘Wij geloven!’ Maar wanneer zij terugkeren naar hun duivels dan zeggen zij: ‘Voorwaar, wij staan aan jullie kant en voorwaar, wij spotten alleen met hen!’ » [16] [17]

Samengesteld en vertaald door: Mohammed Abu 'Oebaydillaah

Voetnoten:

[1,2] Surah Al-An’aam 6:68.
[3] Overgeleverd door al-Bukhari KitaAbul-Adeb (96/6169).
[4] Overgeleverd door at-Tirmidhi Kitaab az-Zoehd 2492.
[5] ‘al-Moebaarekfoerie commentaar Tirmidhi
[6] Overgeleverd door at-Tirmidhi Kitaab az-Zoehd 2484, Ahmed, Abu Daawoed, al-Bayhaqie en Imaam an-Nawawie noemde hem in Riyaadhoes-Saalihien en zei: ‘de hadeeth heeft een authentieke ketting van overleveraars.’
[7] Al-Iebaanah door Ibn Battah 2/476.
[8] Al-Iebaanah 2/464.
[9] Taariech Demashq 8/15.
[10,11] Al-Iebaanah 2/479.
[12] Tabaqaat Al-Hanaabilah 1/196
[13] Authentiek, overgeleverd door Ibn Abie Y’alaa in Tabaqaat Al-Hanaabilah 1/160.
[14,15,16] Al-Iebaanah 2/456.
[17] Soerah Al-Baqarah Vers: 14.

donderdag 9 augustus 2007

Volgen, niet vernieuwen

De islaam betekent te volgen wat Allah subhana Allahu wa Ta’ala in de Qur’aan heeft verklaard en wat de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam heeft onderwezen.

Islaam betekent niet nieuwe manieren van aanbidding en nieuwe gewoontes of praktijken verzinnen die totaal geen basis hebben in de Qur’aan en de Sunnah. Vandaar dat ook iedere daad, verklaring of praktijk weerlegd moet kunnen worden in de Qur’aan of de Sunnah. Als de daad volgens één van deze twee is, dan kan men het volgen. En als dit niet het geval is dan moet het verworpen worden. Er zijn vele paden die we kunnen volgen, maar er is slechts een recht pad. Er is alleen een ware islaam. En dat is de islaam van de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam en zijn metgezellen. Ieder ander pad moet verworpen worden. Allah subhana Allahu wa Ta’ala zegt in de Qur’aan:

“En waarlijk, dit is Mijn Rechte Pad, dus volgt het. En volgt geen andere paden, want zij zullen jullie afscheiden van Zijn Pad. Dit heeft Hij bepaald voor jullie, opdat jullie vroom zullen worden.” [Surat al-An’am 6:153]

Iedere handeling van aanbidding die niet bestaat in de Shariah (Qur’aan en Sunnah) wordt verworpen en heeft geen plaats in de islaam. Mensen die bijvoorbeeld naar muziek luisteren of dansen en beweren op deze manier dichter tot Allah te komen, zijn hier een duidelijk voorbeeld van. Zij komen echter met deze daad alleen maar dichter tot shaitaan en deze daden worden uiteraard verworpen door Allah. Deze nieuwigheden of verzonnen zaken zijn nooit door Allah bepaald. Dit moet ontstaan zijn door een valse partner aan Allah’s Gezag toegeschreven te hebben. Allah zegt in de Qur’aan:

“Of hebben zij partners met Allah die voor hun een religie hebben gesticht die Allah niet heeft toegestaan? Was het niet voor een bepalend Woord, dan had deze zaak al tussen hen beoordeeld geweest. En waarlijk, voor de zondaren is er een pijnlijke straf.” [Surat asj-shoera 42:21]

Op een keer zag de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam een man in de zon staan. Toen hij over hem vroeg, werd hem verteld dat de man een eed had afgelegd om te staan, niet te zitten, geen schaduw te zoeken en te vasten. De profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam beval hem toen te gaan zitten en schaduw te zoeken en vertelde hem zijn vasten af te maken.’ [Al-Boechaarie]

Dit zijn dus verworpen handelingen en de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam beval deze man dus ermee te stoppen. En dit geldt voor al die handelingen die niet in overeenstemming zijn met de Qur’aan en de Sunnah. Zulke handelingen brengen een persoon nooit dichter tot Allah. Als we voordat we een daad begaan ons eerst afvragen of deze overeenkomstig is met de Qur’aan en de Sunnah, dan zullen we ons altijd op dat Rechte Pad begeven.

Er zijn in deze tijd zoveel voorbeelden te noemen van moslims die afdwalen door zich te begeven in zaken die niet van de islaam zijn. Bijvoorbeeld, het vieren van de geboortedag van de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam, iets wat de Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam of zijn metgezellen nooit heeft gedaan. Een ander voorbeeld is het vieren van de Profeet’s salla Allahu ‘alayhi wa sallam hemelreis op de twintigste van de maand Radjab, iets wat ook totaal geen basis heeft in de Qur’aan.

Iedere daad moet in overeenstemming zijn met de Shariah, ook bijvoorbeeld met betrekking tot zijn tijd. Vele moslims stellen bewust hun gebed uit en bidden niet op de vastgestelde tijden. Diegene bidt niet overeenkomstig de Shariah. Als hij niet een geldig excuus voor zijn gedrag heeft, zal zijn gebed niet geaccepteerd worden. Sheikh Ibn Uthaymeen zei: “Voor deze reden zeggen we dat als een persoon bewust zijn gebed niet doet totdat de tijd voorbij is, zonder geldig excuus, zijn gebed zal niet geaccepteerd worden zelfs al zou hij het duizend keer doen.”

Wij moslims komen dus bij alles wat we doen uit op een zaak, of eigenlijk gezegd twee zaken, en dat is, vasthouden aan wat de Qur’aan ons vertelt en wat onze Profeet salla Allahu ‘alayhi wa sallam ons heeft onderwezen in zijn Sunnah. We moeten kennis opdoen over de islaam om te kunnen bepalen of de daden die we willen doen wel correct zijn. Vele moslims moeten wakker geschud worden en gewezen worden op deze verplichting in de islaam, voordat zij verder en verder zullen afdwalen totdat er op het laatst bijna niets meer over is van de islaam.

Zoals we kunnen lezen in de Qur’aan en de hadeeth is Allah's subhana Allahu wa Ta’ala Pad duidelijk en recht, en als we ons van dat pad begeven zullen we afdwalen. Allah subhana Allahu wa Ta’ala heeft Zijn religie vervolmaakt en het voor Zijn dienaren makkelijk gemaakt. Als we op Zijn Pad blijven zullen we tot diegenen behoren die succesvol zijn. En Allah subhana Allahu wa Ta’ala heeft voor diegenen een beloning voorbereid wat geen oog ooit heeft gezien, noch oor ooit heeft gehoord: Djennah (het Paradijs), voor al die moslims die Allah’s religie volgen en zich eraan vasthouden.


Bron: risallah.com

dinsdag 7 augustus 2007

De Regelgeving Betreffende Muziek volgens de Vier Imaams (rahimahumAllah)

Bismillaahir Rahmaanir Rahiem

“En vanonder de mensheid zijn er diegenen die door ijdele praat zonder kennis mensen willen doen afdwalen van het pad van Allah, en ermee de spot drijven. Voor zulken zal er een vernederende straf zijn. En wanneer onze ayat voor zo iemand worden gereciteerd, wendt hij zich af in hoogmoedigheid, alsof hij ze niet heeft gehoord, alsof er doofheid in zijn oor zit. Dus geef hen nieuws van een pijnlijke bestraffing.” [Surat al-Loqmaan 31.6-7]

Introductie:

Voorwaar alle lof is aan Allah, Wij prijzen Hem en vragen Hem alleen om hulp en vergiffenis. Wij zoeken toevlucht bij Allah tegen het kwaad in onszelf en tegen (het uitvoeren van) onze slechte daden. Wie geleid wordt door Allah, kan nooit misleid worden. Maar wie afdwaalt, kan door niemand anders geleid worden. Ik getuig dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah, als Enige, zonder deelgenoten aan Hem toe te schrijven. En ik getuig dat Mohammed Zijn Dienaar en Boodschapper is.

“O jullie die geloven! Vrees Allah zoals hij gevreesd dient te worden, en sterf niet anders dan als moslims.” [Surat Aali-`Imraan 3:103]

“O mensheid! Vrees jullie Heer die jullie Schiep uit één enkele ziel (Adam) en die daaruit zijn echtgenote (Hawwa - Eva) Schiep en uit hen beide vele mannen en vrouwen deed voortkomen. En vrees Allah in Wiens Naam jullie elkander (om rechten) vragen en (verbreek niet) de familiebanden. Voorwaar, Allah Waakt eeuwig en altijd over jullie.” [Surat An-Nisaa` 4:1]

“O jullie die geloven! Vrees Allah en spreek (altijd) de waarheid! Hij (Allah) zal jullie naar het doen van vrome daden leiden en zal jullie zonden vergeven. En wie Allah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt: waarlijk, die heeft werkelijk een geweldig succes bereikt (i.e. hij zal beschermd worden tegen het binnengaan van de Hel en naar het Paradijs gaan).” [Surat al-Ahzaab 33:70-71]

En wat hierna komt, voorzeker de beste woorden zijn de Woorden van Allah. En de beste leiding is de Leiding van Mohammed salla Allahu ‘alayhi wa sallam. En de slechtste zaken (in de godsdienst) zijn de toevoegingen, want elke toevoeging is een innovatie, en elke innovatie is een dwaling, en iedere dwaling leidt naar het Hellevuur.

Weet dat van onder de zaken die verplicht voor je zijn om te weten en duidelijk moeten zijn met betrekking hun regelgeving in de Islaam, is de zaak van muziek, snaar- en strijkinstrumenten en het zingen. Voorwaar, de Wetgever heeft zijn onwettigheid duidelijk gemaakt. En het is bekend vanuit de Sharie`ah volgens de mensen van kennis, zoals de vier Imaams: Aboe Haniefah (d.150 NH), Maalik (d.179 NH), ash-Shaafi`ie (d.204 NH) en Ahmed (d.241 NH) (rahiemahoemAllah), dat muziek verboden is. Dit zijn de mensen van leiding, religie en waarheid, de metgezellen van profijtvolle kennis en rechtschapen handelingen. Hun licht schijnt, hun deugdzaamheden zijn algemeen bekend, hun tekenen zijn briljant, hun madhaahib zijn duidelijk en hun bewijs is overweldigend...

Het Boek is hun werktuig en de sunnah is hun bewijs, zij neigen niet naar hun begeerten, noch neigen zij naar meningen. Zij accepteren wat is overleverd door de Boodschapper salla Allahu ‘alayhi wa sallam en zij geloven erin en zij zijn betrouwbaar. Zij zijn beschermers en zij waarderen de huizen van Religie en zij zijn bezitters en dragers van kennis. Wanneer er een verschil is betreffende een hadeeth, dan moet men terug refereren naar hen. Dus wat zij dan ook beslissen, moet geaccepteerd worden en naar geluisterd worden. Zij zijn de betrouwbaren (`oedoel) en hun weg is de Rechte weg. En elke innoveerder, simuleerder van kennis en blinde volger zal worden onthuld door hun madhab. En Allah is Degene bij wie we hulp zoeken, de al-Machtige. Zij zijn degenen waar Allah voor in Zijn Boek heeft getuigd en de Boodschapper salla Allahu ‘alayhi wa sallam voor heeft getuigd in zijn sunnah, en zij gingen hen niet tegen door middel van twijfels en zij gehoorzaamden hen in hun bevelen.

Bij Allah, Ibn al-Qaasim rahiemehoellaah bracht een parel naar voren toen hij de uitmuntendheid van de vier imaams verduidelijkte. Hij zei: “De vier Imaams hebben deugdzaamheid, en hetzelfde geldt voor de andere imaams. En het is verplicht om van hen te houden en hen te respecteren en om te waarschuwen tegen diegenen die haat hebben jegens hen en tegen diegenen die wensen hen schade te berokkenen. Voorwaar, zij gaven overwinning aan de ayaat en de authentieke overleveringen, en zij presenteerden het concrete bewijs vanuit het intellect en de tekst en zij brachten deze bewijzen samen. Dus zij zijn de mensen van uitmuntendheid over ons en zij beschermden de Religie voor ons. En de meerderheid van de moslims is afhankelijk van hun madhaahib voor hun handelingen, van de vroegere dagen van de Islaam tot vandaag de dag. Eerder, kennis wordt niet gerealiseerd behalve door hun boeken, en de religie is niet beschermd, behalve door hun pad. Dus het is verplicht om van hen te houden en hen te respecteren en hun status te weten en een goede kijk op hen te hebben. Dus zij zijn de beste van de Ummah en de opvolgers van de Boodschapper salla Allahu ‘alayhi wa sallam. En hun uitspraken weten, is een middel om op de rechte weg te zijn en de waarheid te kennen. [1]

Deze verhandeling legt de correcte fatwa (religieus oordeel) uit van de vier imaams ridwaahoellaahie `alayhiem, met betrekking tot de regelgeving van muziekinstrumenten en zingen, zodat het zal dienen als een middel tegen een groot probleem dat de hedendaagse Moslim beïnvloedt.

En ik vraag Allah om datgene wat Hij ons geleerd heeft ons van profijt te laten zijn en om door te gaan met ons datgene te leren wat van profijt zal zijn en kennis als een bewijs te maken in ons voordeel in deze wereld en in het Hiernamaals. En ik vraag Allah om kennis niet als een bewijs tegen ons te maken. En moge de vrede en zegeningen van Allah op onze Profeet Mohammed salla Allahu ‘alayhi wa sallam zijn, en op zijn familie en zijn metgezellen.

Vermelden van bewijs van de overleveringen van de Vier Imaams betreffende de onwettigheid van het luisteren naar muziekinstrumenten en gezang:

1. De Madhab van Imaam aboe Haniefah:

Op gezag van Aboe-Tayyib at-Tabarie die heeft gezegd: “Aboe Haniefah haatte muziek en hij plaatste degene die muziek luisterde onder de zondaren.” [2] En hij zei: “Dit was ook de madhab van de rest van de mensen van (de stad) al-Koefah.” [3]

Van Aboe Haniefah rahiemehoellaah die heeft gezegd: “Muziek is onwettig (haraam) volgens alle religies.” [4]

En Ibn al-Qayyim (d. 715NH) rahiemehoellaah zegt in Ighaathatoel-Lahfaan (p. 348): “De Madhab van Aboe Haniefah betreffende (muziek) was van de hardste van de madhaahib, en zijn uitspraak betreffende (muziek) was van de hardste van de uitspraken. Zeer zeker, hebben zijn metgezellen verduidelijkt dat het verboden is om naar muziek te luisteren, wat voor muziekinstrumenten dan ook, zoals het houten muziek instrument de hobo, de handtrommel, of de strijkstang. En zij (zijn metgezellen) verduidelijkten dat het ongehoorzaamheid is, fisq (zondigen), en zij verwierpen zo iemand als getuige. Uit de meest diepgaande bewijzen blijkt dat het luisteren naar muziek fisq (zondigen) is en er plezier in nemen ongeloof is. [5] Dit zijn hun woorden.”

2. De Madhab van Imaam Maalik ibn Anas:

Op gezag van Ishaaq ibn `Iesaa at-Tabbaa` die Maalik ibn Anas vroeg over wat de mensen van al-Madienah van muziek vonden. Hij antwoordde: “Voorwaar, diegenen die dat doen worden door ons als foessaaq (zondaars) beschouwd!!!” [6]

Ik (Sheikh fawzee) zeg: “dit verduidelijkt dat het toestaan van muziek niet van de madhab van Imaam Maalik rahiemehoellaah is. En hij versterkte het met de uitspraken van de Geleerden van al-Madienah.”

Aboe Tayyib at-Tabarie heeft gezegd: “Wat betreft Maalik ibn Anas, hij verbood muziek en het luisteren ernaar en dat is de madhab van de rest van de mensen van al-Madienah.” [7]

Ibn al-Qaasim heeft gezegd: “Ik vroeg Maalik over zingen, en hij antwoordde: “Allah de Verhevenste zegt: “Dus wat is er na waarheid behalve valsheid?” Dus is dit de waarheid?” ” [8]

Op gezag van Ibraahiem Ibn al-Moendhir al-Madanie die werd gevraagd: “Sta jij muziek toe?” Hij antwoordde: “Toevlucht wordt gezocht bij Allah! Niemand doet dat, behalve dat hij volgens ons een zondaar is.” [9]

Aboe Tayyib at-Tabarie heeft gezegd: “Dit is ook de madhab van de rest van de mensen van al-Madienah.”

3. De Madhab van Imaam ash-Shaafi`ie:

Op gezag van ash-Shaafi`ie rahiemehoellaah die zei: “Ik verliet iets in al-`Iraaq genaamd at-taghbier [10]. Het werd uitgevonden door de ketters (zanaadiqah) om de mensen weg te houden van de Qor`aan.” [11]

Ibn Taymiyyah (d.728 NH) rahiemehoellaah heeft gezegd in al-Fataawa (11/507): “En wat ash-Shaafi`ie vermeldde over deze innovatie van de ketters, dit is de uitspraak van een Imaam die de fundamenten van al-Islaam goed kent. Dus niemand die er plezier in heeft, noch er in essentie naar uitnodigt, behalve dat iemand van ketterij wordt verdacht.”

Ibn al-Djawzie (d.597 NH) rahiemehoellaah heeft gezegd: “Voorwaar, de hoofden van de metgezellen van ash-Shaafi`ie radiAllahoe `anhoem verboden het luisteren naar muziek.” [12]

En aboe Tayyib at-Tabarie rahiemehoellaah heeft gezegd: “Muziek is niet toegestaan, noch het luisteren ernaar, noch is het toegestaan om met de stang te strijken. En diegene die het tegenovergestelde toeschrijft aan ash-Shaafi`ie, die heeft over hem gelogen.” [13]

En Ibn al-Djawzie rahiemehoellaah heeft gezegd: “Dit zijn de uitspraken van de Geleerden van de Shaafi`iyyah en de mensen van de Religie van onder hen. Het waren alleen de laatkomers van onder hen die het toestonden (i.e. muziek) vanwege hun tekort aan kennis en vanwege de begeerten die hen overwonnen.” [14]

Ash-Shaafi`ie (d.241 NH) rahiemehoellaah zegt in al-Umm (6/209): “Voorwaar, muziek is makroeh,[15] amusement dat op valsheid lijkt. En diegene die veel naar muziek luistert, dat is een idioot (safieh) wiens getuigenis wordt verworpen.”

Aboe Tayyib at-Tabarie heeft gezegd: “Hij verklaarde degene die naar muziek luistert als idioot omdat hij de mensen uitnodigt naar valsheid en degene die de mensen naar valsheid uitnodigt is een idiote zondaar.” [16]

Ibn al Qayyim zegt in Ighaathatoel Lahfaan (p. 350): “En ash-Shaafi`ie en zijn oudere studenten en diegenen die kennis hadden van zijn madhab waren van de hardste van de mensen in het spreken tegen muziek.”

4. De Madhab van Imaam Ahmed ibn Hanbal:

Van `Abdoellaah ibn Ahmed ibn Hanbal die heeft gezegd: “Ik vroeg mijn vader over muziek, en hij antwoordde: “Het verrast me niet dat muziek hypocrisie ontwikkelt in het hart.”” [17]

Op gezag van aboel Haarith die heeft gezegd: “Ik vroeg abaa `Abdillaah wat hij van at-taghbier [18] vond en of het wel of niet het hart doet versmelten. Hij antwoordde: “Het is een innovatie.”” [19]

Ibn al Djawzie heeft gezegd: “Wat betreft de muziek die vandaag de dag bekend is, hij (Ahmed ibn Hanbal) waarschuwt er tegen. Hoe zou het zijn als hij zou weten wat de mensen hadden uitgevonden aan toevoegingen.” [20]

Ik (Shaych Fawzie) zeg: “Moge Allah genade hebben met Ibn al Djawzie, hoe zou het zijn als hij had geweten wat de mensen in deze tijd hebben geïnnoveerd aan muziek en toevoegingen!!!”

Ibn al Djawzie heeft gezegd: “En de Fuqahaa (juristen) van onze metgezellen, bedoelende de Hanaabilah, accepteren niet de getuigenis van de zanger en danser. En Allah is Degene die succes schenkt.” [21]

Ibn Taymiyyah zegt in al-Fatwaa (11/576): “De madhab van de vier Imaams was dat alle instrumenten of muzikaal amusement verboden zijn.”

Ibn al-Qayyim zegt in Ighaathatoel Lahfaan (1/250): “Laat het bekend zijn dat als de hand trommel (daff), rietfluit en zingen samengevoegd zijn, dat dit onwettig (haraam) is volgens de Imaams van de madhaahib en volgens de andere geleerden van de Moslims.”

Ibn Taymiyyah zegt in Minhaadjoes-Sunnah (3/439): “De vier Imaams zijn het met elkaar eens over de onwettigheid (tahriem) van muziek zoals fluitmuziek en dergelijke.”

Imaam Naasiroed-Dien al-Albaanie (d.1420NH) rahiemehoellaah zegt in Tahriem Aalaatoel-Tarab (p. 105): “Voorwaar, de geleerden en juristen, en van onder hen de vier Imaams, zijn het allen met elkaar eens over het verbod op muziekinstrumenten, dit in navolging van de Profetische ahadeeth en de overleveringen van de Selef.”

Deze vier Imaams die van de meest begripvolle Geleerden van de Moslims zijn, hebben bepaald dat het luisteren naar muziekinstrumenten, snaar-instrumenten en zingen onwettig (haraam) is. Wie kan met meer kennis komen dan hen? En is er iets buiten de waarheid dan de valsheid? En het laatste van onze uitnodiging is dat alle lof aan Allah is, de Heer der werelden, en moge de smeekbeden en zegeningen van Allah op onze Profeet Mohammed salla Allahu ‘alayhi wa sallam zijn en op zijn familie en op al zijn Metgezellen.

Door: Shaych Aboe `Abdoer-Rahmaan Fawzie al-Atharie
Oorspronkelijke bron: Hoekmoel-Ghinaa `indal-A`immatil-Arba`ah
Bron: www.troid.org
Vertaald door: Youssef Ibn Hoessein
Nagekeken door: Mohammed aboe `Oebaydillaah (student van de kennis in Mekka)



Voetnoten:

[1] Refereer naar Haashiyatoer-Rawdil-Marbie (1/19-20)
[2] Refereer naar Talbies (p. 282) van Ibn al-Djawzie en Ighaathatoel Lahfaan (p. 347) van Ibn al-Qayyim.
[3] Refereer naar Talbies (p. 282) van Ibn al-Djawzie.
[4] Refereer naar Roehoel-Ma`aanie (21/67) van al-Aaloesie.
[5] Voetnoot Selefie Publikaties: De bedoeling is dat het een daad is van ongeloof, niet dat de verrichter hiervan gelijk uit de Islaam wordt gezet.
[6] Sahieh: Overgeleverd door al-Khallaal in al Amr bil Ma`roof wan Nahie `anil Moenkar (p.142) en Ibnoel-Djawzie in Talblies Iblies (p.282) op gezag van `Abdoellaah ibn Ahmed op gezag van zijn vader, op gezag van Ishaaq. Ik (Shaych Fawzie) zeg: zijn isnaad is sahieh en deze is authentiek verklaard door al-Albaanie in Tahriemoel Aalaatit Tarab (p.98).
[7] Refereer naar Talblies Iblies (p.272) van Ibn al-Djawzie.
[8] Refereer naar Djaami` Ahkaamoel-Qor`aan (14/52) van at-Tabarie.
[9] Sahieh: Overgeleverd door al-Khallaal in al Amr bil Ma`roof wan Nahie `anil Moenkar (p.142) op gezag van al-`Abbaas ibn Mohammed ad-Dawrie die zei, ‘Ik hoorde Ibraahiem…’ Ik zeg: zijn isnaad is sahieh.
[10] At-Taghbier: Het is poëzie, gezongen door een zanger, die het wereldse leven afkeurt. En sommigen van de aanwezigen strijken met stangen zodra het zingen ophoudt. Refereer naar Ighaathatoel Lahfaan (1/351). En volgens de taal van de Selef is at-Taghbier zingen en vragen om naar geluisterd te worden. Refereer naar Ighaathatoel Lahfaan (p.123).
[11] Sahieh: Overgeleverd door aboe Noe`aym in al-Hilyah (9/146), al-Khallaal in al Amr bil Ma`roof wan Nahie `anil Moenkar (p.151) en Ibn al-Djawzie in Talblies Iblies (p.283) op gezag van al-Hasan ibn `Abdoel-`Aziez die zei: “Ik hoorde ash-Shaafi`ie zeggen…” Ik zeg: zijn isnaad is sahieh.
[12] Refereer naar Talblies Iblies (p. 283)
[13] Refereer naar Talblies Iblies (p. 283)
[14] Refereer naar Talblies Iblies (p. 283)
[15] Zijn uitspraak makroeh betekent dat het onwettig (verboden) is, aangezien dit hetgeen was wat ermee bedoeld werd onder de vroegere mensen. Ook zegt Imaam Shaafi'ee dat zij getuigenis verworpen wordt, er staat dus een straf tegenover, en dus is de betekenis van Makroeh hier Haram. De ulama van vroeger gebruikte deze term anders dan dat nu wordt gedaan, daarom is het belangrijk om te kijken naar de context waarin makroeh gebruikt werd door de vroegere geleerden.
[16] Refereer naar Mas`alatoes-Samaa` (p.119) van Ibn al-Qayyim.
[17] Sahieh: Overgeleverd door al-Khallaal in al-Amr bil Ma`roef wan Nahie `anil Moenkar (p. 142), Ik zeg: deze ketting is sahieh. En Ibn al Djawzie heeft het ook vermeld in Talbies Iblies (p. 280).
[18] At-taghbier is een manier van zingen zoals voorheen vermeld.
[19] Sahieh: Overgeleverd door al-Khallaal in al-Amr bil Ma`roef wan Nahie `anil Moenkar (p. 151) op gezag van Mohammed ibn abie Haaroen ibn Ja`far dat Abal-Haarith hem heeft overleverd. Ik zeg: zijn isnaad is sahieh.
[20] Refereer naar Talblies Iblies (p. 284).
[21] Refereer naar Talblies Iblies (p. 284).

zondag 22 juli 2007

Enkele raadgeving om jouw leven te vernieuwen

Vele mensen willen graag een nieuw leven, hoewel zij niet altijd weten hoe zij een nieuw leven moeten beginnen. Hier zijn enkele wijze raadgevingen:

- Leef jouw dag van vandaag, en baar nog geen zorgen voor morgen! Gisteren is voorbij, morgen werd nog niet geschapen, wees dus het kind van het moment dat jij beleeft.

- Stel geen zaken uit, want datgene jij vandaag uitstelt, stapelt zich op bij de zorgen van morgen, totdat je uiteindelijk een hele lijst zal hebben en niet meer zal weten waar je moet beginnen, en je uiteindelijk ontmoedigd zal zijn.

- Wacht niet op de dankbetuiging van de mensen, want dan zal je triest leven, de meeste mensen zijn nu eenmaal niet dankbaar. Ga verder en verricht jouw zaken en daden voor Allah, en dan zal Allah jou bedanken: "... en Hun Heer zal hen een zuivere drank te drinken geven (en zal zeggen): "Dit is jullie beloning, en jullie streven van voorheen werd (hiermee) bedankt!" [Al-Insaan]

- Weet dat jouw leven niets anders is dan de verwezenlijking van jouw eigen gedachtes en de gevolgen van jouw keuzes die je voorheen maakte. Weet dus dat de keuze van vandaag jouw geluk of triestheid van morgen zal zijn!

- Weet dat je de persoon die je gisteren was niet kan veranderen, maar dat je vandaag wel een andere persoon kan worden. Sta dus op als een nieuw persoon, met hogere doelstellingen en met moed.

- Leef als iemand die de avond niet zal bereiken. Leg jezelf neer en denk: "Als de engel des doods nu mijn ziel zou komen halen, en mij zou vragen wat ik nog recht wil zetten, wat zou ik dan doen?" Verricht deze zaken vervolgens allemaal. Doe dit elke dag, totdat je uiteindelijk zal sterven zonder énig gevoel van schuld, triestheid, of bekommernis!

- Bereid jezelf steeds voor op het ergste, en hou rekening met de meest moeilijke situaties die op jou af kunnen komen. Bereid je hierop voor, zo voel je je steeds rustig, omdat je weet dat je klaarstaat voor eventuele problemen.


Bronnen: o.a Assa'die in Al-Wass-il Al-Moefiedah, b. Al-Qayyim Madaaridj Assaalikien, Djaddid Hayaatak, b. Al-Djawzie in Sayd Al-Chaatir en andere. www.terugnaardedien.com

Islamitische regelgeving omtrent honden

Volgens de islamitische Shari'a is het niet toegestaan om een hond te houden, behalve binnen bepaalde grenzen, zoals de Profeet salla Allahu 'Alayhi wa sallam verklaard heeft: “De goede daden van degene die een hond houdt, zullen elke dag afnemen met één qiraat (een maateenheid), tenzij het een hond voor de landbouw of het hoeden is.” Volgens een andere overlevering: “…tenzij het een hond voor hoeden, landbouw of jagen is.” [1]

Al-‘Iraqi heeft in Tarh al-Tathrib (6/28) gezegd: Onze metgezellen en anderen zeiden: “het is toegestaan om een hond voor deze drie doeleinden te houden, voornamelijk jagen en het beschermen van het vee en het bouwland. Ze verschilden van mening over het houden van een hond voor het vierde doel; het bewaken van huizen of wegen enz. Sommige van onze metgezellen zeiden dat het niet toegestaan is vanwege deze hadith en anderen die duidelijk stellen dat het haram is, behalve voor één van deze drie dingen. Maar de meeste van hen zeiden dat het toegestaan is vanwege vergelijkbaarheid, gebaseerd op de reden dat opgemaakt kan worden uit deze hadith, namelijk noodzakelijkheid. En dit is de correctere mening.”

Honden zijn uiterst najis (onrein). De Profeet salla Allahu 'Alayhi wa sallam heeft gezegd: “Als een hond uit de kom van één van jullie drinkt, laat diegene het zeven keer wassen.” [2] Volgens een andere overlevering: “…en reinig het acht keer met aarde.” [3]

Het is verboden in de islam om een hond te verkopen en er geld voor te ontvangen, zoals overgeleverd is in sahih al-Bukhari van Abu Mas’oud al-Ansari: “De Boodschapper van Allah salla Allahu 'Alayhi wa sallam verbood (het aannemen van) de prijs van een hond.” [4]

De Profeet salla Allahu 'Alayhi wa sallam heeft ons opgedragen om niet op honden te lijken door onze onderarmen op de grond te plaatsen tijdens de sujood (knieling), zoals is overgeleverd in de Hadith van Anas ibn Malik volgens wie de Profeet salla Allahu 'Alayhi wa sallam zei: “Doe de sujood behoorlijk; niemand van jullie zou zijn onderarmen moeten spreiden zoals een hond doet.” [5]

Degene die een hond in zijn huis houdt, wordt de zegening van de aanwezigheid van engelen in zijn huis ontzegd, aangezien de Boodschapper van Allah salla Allahu 'Alayhi wa sallam heeft gezegd: “De engelen betreden geen huis waar een hond binnen is.” [6]

Nu rest ons te zeggen dat het feit dat het verboden is om een hond te houden en er close mee om te gaan, niet betekent dat we niet goed moeten zijn tegenover honden of geen mededogen moeten voelen wanneer we hen in een meelijwekkende toestand zien. Dit zijn twee volledig afzonderlijke kwesties. De Profeet salla Allahu 'Alayhi wa sallam heeft ons verteld: “Een man zag een hond in het stof bijten vanwege zijn dorst dus nam hij zijn schoen en begon er water mee op te lepelen totdat de dorst van de hond gelest was. Allah waardeerde zijn goede daad en verleende hem daarvoor toegang tot het Paradijs.” [7]

Volgens een andere overlevering zei de Profeet salla Allahu 'Alayhi wa sallam: “Een man die aan het wandelen was kreeg erge dorst dus daalde hij naar een put af en dronk ervan. Toen hij eruit kwam, zag hij een hond hijgen en in de aarde bijten vanwege zijn dorst. De man zei: ‘Hij leidt net zoals ik geleden heb,’ dus vulde hij zijn schoen (met water) en liet de hond drinken totdat zijn dorst gelest was. Allah waardeerde zijn goede daad en vergaf heb vanwege dit.” De mensen vroegen: “O Boodschapper van Allah, zullen we beloond worden voor hoe we dieren behandelen?” Hij zei: “In elk levend ding zit een beloning.” [8]

En Allah Ta’ala weet het beste


Voetnoten:

[1] Overgeleverd door al-Bukhari, al-Fath 2322
[2] Overgeleverd door Muslim 279
[3] Sahih Muslim 280
[4] al-Fath nr. 2237
[5] al-Bukhari, Fath nr. 822
[6] Overgeleverd door al-Bukhari 3225
[7] Overgeleverd door al-Bukhari 174
[8] Overgeleverd door al-Bukhari, Fath 2363

vrijdag 20 juli 2007

Islamitische regelgeving omtrent katten

Ten eerste:

Het is toegestaan om katten in huis te houden en hier is niets mis mee, omdat katten niet schadelijk of najis (onrein) zijn.

Dat katten onschadelijk zijn, wordt door niemand betwist, ze zijn juist nuttig omdat ze slangen, ratten, insecten en andere dingen opeten die in het huis of in de tuin zouden kunnen zijn.

Dat katten niet najis zijn, is bekend van de hadieth (overlevering) van Kabshah bin Ka’b ibn Malik die gezegd heeft dat Abu Qataadah (de vader van haar man) bij haar kwam en ze schonk water voor hem om Wudu’ (kleine wassing) te doen en een kat kwam van het water drinken dus hield hij de schaal schuin zodat de kat kon drinken. Kabshah zei: “Hij zag dat ik naar hem keek en vroeg: ‘Vind je het vreemd, O dochter van mijn broeder?’ Ik zei: ‘Ja.’ Hij zei: ‘De Boodschapper van Allah salla Allahu 'alayhi wa sallam heeft gezegd: ‘Ze (katten) zijn niet najis, ze zijn onder degenen die met jullie omgaan.’” [1]

Ten tweede:

Het is overgeleverd dat Ibn ‘Umar radiya Allahu 'Anhu heeft gezegd: “De Boodschapper van Allah salla Allahu 'alayhi wa sallam zei: ‘Een vrouw ging de Hel binnen vanwege een kat die ze vastgebonden had en niet voerde, noch liet ze hem los om zich met het ongedierte van de aarde te voeden.’” [2]

Het ongedierte van de aarde betekent insecten en muizen enz. Deze Hadith bekritiseert de vrouw niet vanwege het houden van een kat maar het toont aan dat de zonde van de vrouw lag in het niet voeden van de kat en hem niet van het ongedierte van de grond laten eten.

Ten derde:

De sahabi (metgezel) Abu Hurayrah (letterlijk “Vader van het Katje”) werd zo genoemd omdat hij van katten hield en ze bij zich hield. Hij werd bekend met deze naam en mensen vergaten zijn echte naam, totdat de geleerden twistten over zijn echte naam en er bijna dertig verschillende meningen waren over wat het was. Ibn ‘Abd al-Barr heeft in al-Isti’ab gezegd: “De meest correcte mening is dat zijn naam ‘Abd al-Rahman ibn Sakhr was maar niemand van hen betwistte dat hij Abu Hurayrah was.”

Ten vierde:

Het is toegestaan om katten te houden maar het is niet toegestaan om ze te kopen of te verkopen; ze mogen als geschenken gegeven worden of weggegeven worden. Dit is vanwege de hadieth van Abu’l-Zubayr die gezegd heeft: “Ik vroeg Jabir over de prijs van honden en katten. Hij zei: ‘De Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam verbood dat.’” [3]

En Allah weet het het beste.


Voetnoten:

[1] Overgeleverd door al-Tirmidhi 92; al-Nasaa’i 68; Abu Dawud 75; Ibn Maajah 367. Geclassificeerd als Sahih (authentiek) door al-Albaani. Ibn Hajar heeft in al-Talkhis overgeleverd dat al-Bukhari het als Sahih heeft geclassificeerd
[2] Overgeleverd door al-Bukhari 3140; Muslim 2242
[3] Overgeleverd door Muslim 1569

Het verhaal van de Profeet Elyas

Nadat het verhaal van Moesa en Haroen vermeld werd in de Soerah As-Saffat, zei Allah, de Verhevene:

"En waarlijk Elyas was één van de boodschappers. Toen hij tegen zijn volk zei: 'Vrezen jullie Allah niet? Roepen jullie B'al aan en verzaken jullie de beste schepper, Allah, jullie Heer en de Heer van jullie voorvaderen?' Maar zij loochenden hem, dus zullen zij zeker (naar de bestraffing) worden gebracht. Behalve de uitverkoren dienaren van Allah. En Wij lieten aan hem (een goede herinnering) onder de generaties in latere tijden. Vrede voor Ilyasin. Waarlijk, aldus belonen Wij de weldoeners. Waarlijk, hij was één van Onze gelovende dienaren." [Surat As-Shaffat 37:123-132]

Geslachtkundigen zeiden, dat de volledige naam van de profeet Elyas; Elyas, de zoon van Yasin, de zoon van Finhas, de zoon van Al-'Izar, de zoon van Haroen, de zoon van 'Imraan was. Anderen zeggen dat zijn naam als volgt was: Elyas, de zoon van Al-'Azir, de zoon van Al-'Izar, de zoon van Haroen, de zoon van Imraan. Er wordt verteld, dat hij gezonden werd naar het volk van Baalbek, in het westen van Damascus. Hij nodigde hen uit Allah te aanbidden en de aanbidding van Baal, een afgod, te herroepen. Zij verklaarden hem voor leugenaar en probeerden hem te doden. Er wordt ook verteld dat hij voor hen vluchtte en op een geheimzinnige wijze verdween.

"Het Qur'aanvers [37:127]: Maar zij loochenden hem, dus zullen zij zeker (naar de bestraffing) worden gebracht. Betekent, dat zij een bestraffing zullen ondergaan, zowel in deze wereld als in het hiernamaals. In het vers Behalve de uitverkoren dienaren van Allah [37:128] is de uitzondering voor diegenen in zijn volk die in hem (Elyas) geloofden. Dus zegt Allah in het volgende vers: "En Wij lieten aan hem (een goede herinnering) onder de generaties in latere tijden" [37:129] Hetgeen betekent, dat Allah hem goedheid schonk en een gerespecteerde positie onder de laatste generaties. Dus werd hij altijd vermeld als een goede en eerbare man. Dat is de reden waarom Allah zei: "Vrede voor Ilyasin!" [37:130]

Ilyasin is hetzelfde als Elyas, want in het Arabisch wordt de letter Nun toegevoegd aan vele namen zonder dat de betekenis verandert. Dit vers werd ook geciteerd als "Heil over Yasin". 'Il-Yasin betekent de familie van Yasin, een naam van de Profeet Mohammed ..

"Elisha, zoon van Akhtoeb volgde Elyas als profeet van de Kinderen van Israël op," [Ibn Ishaq]


Door: Ibn Kathir
Bron: Geschiedenis van de profeten

Bezorgd zijn om je uiterlijk

Overdreven bezig zijn met je uiterlijk is een soort extreme handeling die afgekeurd wordt, want de islam is de religie van gematigdheid die de middenweg tussen alle extremen verkiest. Allah Subhana wa Ta'ala heeft gezegd (interpretatie van de betekenis): “O Kinderen van Adam, draagt jullie mooie kleding bij elke salaat, en eet en drinkt en overdrijft niet. Voorwaar, Hij houdt niet van de buitensporigen.” [Surat al-A’raaf 7:31]

Allah heeft ons dus opgedragen om onze mooie kleding te dragen wanneer we naar de moskee gaan om te bidden en Hij heeft ons toegestaan om te eten en te drinken. Daarna heeft hij ons gewaarschuwd voor overdrijving en extremisme en heeft Hij ons verteld dat hij niet houdt van degenen die verspillen door buitensporigheid. En Allah heeft gezegd (interpretatie van de betekenis): “…en wees niet verkwistend. Voorwaar, de verkwisters zijn broeders van de shaytaan, en de shaytaan is ondankbaar jegens zijn Heer.”
[Surat al-Israa’ 17:26-27]

De verkwister is de broeder van de shaytaan en deelt dezelfde houding want hij verspilt geld en geeft het uit aan dingen die van geen enkel voordeel zijn. De geleerden hebben gezegd dat iets niet van voordeel is als het noch in religieuze termen noch in wereldse termen voordeel biedt. De houding van de moslim zou moeten zijn zoals Allah het beschreven heeft (interpretatie van de betekenis): “En degenen die, wanneer zij besteden, niet overdrijven en niet gierig zijn, maar het midden daar tussen houden.” [Surat Al-Furqaan 25:67]

Zij bewandelen een middenweg tussen gierigheid en verkwisting. Ibn ‘Abbaas radiAllahu ‘anhu heeft gezegd: “Eet en drink en kleed je zoals je wilt, zolang je deze twee eigenschappen niet bezit: buitensporigheid en pronken.” Veel mensen zijn erop gespitst om er voor te zorgen dat hun uiterlijke verschijning op zijn best is en zo schoon en net mogelijk, maar zij zuiveren hun harten en zielen niet van de ziektes waar Allah ons voor gewaarschuwd heeft, zoals hypocrisie, liegen, afgunst, arrogantie, pronken, trots, zelfbewondering, onrechtvaardigheid, onwetendheid en haat tegenover de gelovigen of verboden verlangens enzovoort.

Allah heeft ons verteld dat het kleed van geloof en taqwa (godvrezendheid) beter is dan de uiterlijke kleding. Allah zegt (interpretatie van de betekenis): “O Kinderen van Adam, voorzeker, Wij hebben voor jullie kleding neergezonden om jullie schaamte te bedekken en versierselen. En het kleed van het vrezen (van Allah), dat is het beste. Dat zijn een aantal van Allah’s Tekenen. Hopelijk laten zij zich vermanen.” [Surat al-A’raaf 7:26]

De Profeet van de Leiding salla Allahu 'alayhi wa sallam heeft ons verteld over de tekenen van het welslagen van een persoon: “Allah kijkt niet naar de uiterlijke verschijning of rijkdom van jullie, maar Hij kijkt naar jullie harten en daden.” [Overgeleverd door Muslim van de hadith van Abu Hurayrah]

Het hart is de zetel van taqwa en de essentiële eigenschappen van de mens en de schatten van kennis, en daden zijn de weegschaal waarin mensen voor Allah gewogen zullen worden, zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis): “Voorwaar, de meest edele van jullie is bij Allah degene die het meest (Allah) vreest.”
[Surat al-Hujuraat 49:13]

Het is dus zeker vreemd dat iemand meer aandacht besteedt aan zijn uiterlijke verschijning voor anderen en zichzelf wast en verfraait zodat het niet lijkt alsof er iets mis met hem is, terwijl hij geen aandacht besteedt aan zijn hart, datgene waar de Schepper naar kijkt, en zijn hart niet zuivert en verfraait. We vragen Allah om onze harten te hervormen en onze tongen te zuiveren en al onze ledematen Hem te laten gehoorzamen.


Bron: www.islam-qa.com
Vertaald door: www.AlMutaqqun.tk

donderdag 19 juli 2007

Waarom worden sommige mensen lelijk?

Sheikh al-Islaam ibn Taymiyyah zegt het volgende:

"De persoon die oprecht en eerlijk is, zijn eerlijkheid is klaarblijkelijk vanuit de straling op zijn gezicht, en zijn eerlijkheid kan gekend worden aan de hand van zijn gloed op zijn gezicht, evenzo het tegengestelde van de zondaar en leugenaar. Hoe ouder een persoon wordt, des te meer deze tekenen duidelijk worden. Dus een persoon zal als kind een helder gezicht hebben, echter als hij een zondig persoon wordt, volhardend in het verrichten van zonden, dan zal er zich een lelijk gezicht manifesteren in een latere stadia in zijn leven, en het tegenovergestelde is ook waar. Er is overlevert dat ibn `Abbaas radiallahu `anhu heeft gezegd:

‘Voorzeker, rechtschapenheid verlicht het hart, laat het gezicht stralen, versterkt het lichaam, vermeerdert voorzieningen, en produceert een liefde in de harten van de schepping voor die persoon. Terwijl zondigheid het hart donker maakt, het gezicht vergrijst (somber maakt), het lichaam verzwakt, en een haat produceert in de harten van de schepping voor die persoon.’

Het is mogelijk dat een persoon niet met opzet liegt, hij kan zelfs een persoon zijn die zich inzet in het verrichten van ibaadah en zuhd (wegblijven van de genietingen in deze wereld die toegestaan zijn) heeft. Echter heeft hij een valse incorrecte `aqiedah betreffende Allah, Zijn religie of Zijn Boodschapper salla Allahoe `alayhi wa sallam of Zijn rechtschapen dienaren. En wat zich in de binnenkant bevindt heeft een effect op de buitenkant. Dus, deze valse incorrecte `aqiedah waarvan hij dacht dat die correct was reflecteer op zijn gezicht, en zijn gezicht zal donker zijn in de mate van de valsheid die hij bezit. Zoals het is overlevert dat `Uthmaan ibn `Affan radiallahu `anhu heeft gezegd:

‘Niemand verbergt het kwade in zichzelf behalve dat Allah het duidelijk maakt aan de hand van zijn gezichtsuiterlijk en hetgeen zijn tong uitspreekt.’

Vandaar dat sommige selef zeiden: ‘Als een persoon van innovatie zijn baard iedere dag zou verven, dan zou de verf van innovatie op zijn gezicht blijven.’

Op de Dag des Oordeels zal dit zeer duidelijk zijn zoals Allaah zegt: “En op de Dag des Oordeels zul je zien van degene die gelogen hebben tegen Allah dat hun gezichten zwart zullen zijn. Is er niet in Hel een verblijfplaats voor de arroganten?"
[Surat az-Zoemar, 39:60]

Hij ta`ala zegt ook: “Op de dag dat sommigen gezichten wit zullen worden en sommigen zwart zullen worden; wat betreft degene waarvan de gezichten zwart zullen worden (tegen hen zal er gezegd worden): “Hebben jullie Geloof verworpen nadat jullie het geaccepteerd hebben? Proef dan de bestraffing voor het verwerpen van Geloof.” [Surat Aali-`Imraan, 3:106]

Ibn `Abbaas en anderen hebben over dit vers gezegd: 'De lichte gezichten zullen ahloes-soennah zijn, en de donkere gezichten zullen de mensen van bid`ah en opsplitsing.’”

Vertaald vanuit het Engels in de betekenis van het artikel.
Engelse Bron: www.troid.org
Arabische bron: ‘Aj-jawaab as-saheeh’ (Vol.4, pg. 306-307)

De laatste momenten van een ongelovige

De Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam zei:

Als een ongelovige dienaar op het punt staat om deze wereld te verlaten om naar de volgende wereld over te gaan, komen engelen met zwarte gezichten uit de hemel naar beneden en zij hebben Al-Masooh' [1] bij zich en zitten dan om hem heen in een menigte zover het oog reikt. Dan komt de Engel des Doods en gaat bij zijn hoofd zitten en zegt: "Slechte ziel, kom naar buiten naar de vervloeking en de woede van Allah!"
De ziel verdeelt zich over het hele lichaam en wordt uit het lichaam getrokken zoals As-Saffood [2] uit natte wol wordt getrokken. Dan neemt de engel hem over. Als hij hem te pakken heeft, laten de andere engelen het geen moment in zijn handen. Zij nemen hem en wikkelen hem in Al-Masooh' waar een stank vanaf komt, zoals de ergste stank van een lichaam in de wereld.

Dan nemen zij hem naar boven en telkens als zij voorbij een groep engelen komen, vragen deze:
"Wie is deze smerige ziel?" De engelen met de ziel antwoorden: "Die en die, de zoon van die en die,"
en zij gebruiken de ergste benamingen die de mensen hem op deze wereld hebben gegeven. Dan brengen zij hem naar de laagste hemel en vragen of de poort voor hem geopend kan worden. Deze gaat niet open.

De boodschapper van Allah salla Allahu ‘alayhie wa sallam reciteerde toen: "..de poorten van de hemel zullen niet worden geopend.." [3]

Dan zegt Allah (‘Azza wa Djal [4] ): "Schrijf zijn boek in Sidjien [5] ." Daarna wordt de ziel naar beneden gegooid. Daarna reciteerde de profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam: "En wie iets met Allah vereenzelvigt, het is alsof hij van een hoogte valt en de vogels hem wegrukken of de wind hem wegblaast naar een afgelegen plek." [6]

Dan keert zijn ziel naar zijn lichaam terug en twee engelen komen naar hem toe en vragen hem: "Wie is jouw Heer?" Hij antwoordt: "Ha [7], ha, ik weet het niet!" Zij vragen hem: "Wat is jouw religie?" Hij zegt: "Ha, ha, ik weet het niet." Zij vragen hem: "Wie is die man die naar jullie is toegezonden?" Hij zegt: "Ha, ha, ik weet het niet." Dan roept een Roeper uit de hemel: "Mijn dienaar heeft gelogen, spreidt dus de tapijten (kleden waarop men zit) van het Vuur voor hem uit en open de poort van het Vuur voor hem!" Daarna komt er een hete wind naar hem toe, zijn graf wordt zo nauw voor hem, dat zijn ribben samengeperst worden. Een man met een afschuwelijke uiterlijk, gekleed in vodden en een vieze lucht komt naar hem toe en zegt: "Wees tevreden met het slechte nieuws dat ik voor je heb. Dit is de dag die je beloofd werd." Hij vraagt: "Wie ben jij? Je hebt een uiterlijk dat kwaad voorspelt." Hij antwoordt: "Ik ben je slechte daden." Dan zegt hij: "O Rabb (Heer), laat het laatste Uur niet komen!"



[1] Al-Masooh': de lelijkste, meest stinkende, vieze en rottende vodden.
[2] As-Saffood: een voorwerp met meerdere koppen die overvloedig in de woestijn aanwezig zijn, in het bijzonder bekend bij de herders omdat ze verstrikt raken in de wol van de schapen.
[3] Surat Al-A'raaf (7), aayah 40.
[4] "De Almachtige en Majesteitelijke."
[5] Sidjien: in de laagste aarde.
[6] Surat Al-H'adj (22), aayah 31.
[7] Deze reactie geeft aan hoe ver een ongelovige afgedwaald was in het leven, tot het punt dat hij zich niet kan concentreren of herinneren. Maar hoe kan hij zich herinneren aangezien zijn leven totaal afweek van het Rechte Pad, As-Siraat Al-Moestaqiem, het Pad waar de gelovige in elk gebed om vraagt: "Leid ons op het Rechte Pad." (Surat Al-Faatih'ah (1), aayah 6.)

Overgeleverd door: Ahmed, Abu Dawud, Ibn Khozaymah, al-Haakim & sahih verklaard door al-Albaani

woensdag 18 juli 2007

Rechte rijen en de voeten laten aaneengrenzen in het gezamenlijke gebed

Een verlaten Sunnah die moet herleven

Er zijn vele authentieke ahadieth van de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam over het bevel om de rijen recht te zetten (voor het gezamenlijke gebed). Aldus is dit zelden onbekend voor één van de studenten van (islamitische) kennis, laat staan voor hun leraren. Echter, het blijft onbekend voor velen, dat het recht zetten van de rijen ook het rechtzetten van de voeten vereist, niet alleen de schouders.

We hebben inderdaad dikwijls sommige imaams van de masaadjid (moskeeën) horen uitleggen - wanneer zij de mensen bevolen de rijen recht te maken - dat het van de sunnah is het ook te doen met de schouders met als uitzondering van de voeten!

Aangezien dit tegengesteld is aan wat in de authentieke sunnah is gevestigd, achtte ik het noodzakelijk enige ahadieth te noemen die over dit onderwerp gaan, als een herinnering voor een ieder die wenst te handelen volgens de authentieke sunnah en niet afgedwaald is door de wijdverspreide gewoontes tegenwoordig, die in de ummah heersen.

Er zijn twee authentieke ahadieth over dit onderwerp

De eerste is de hadieth overgeleverd door Anas en de tweede is overgeleverd door an-Noe’maan Ibn Bashier.

Anas ibn Maalik heeft overgeleverd: De Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam heeft gezegd: “Maak de rijen recht en kom dicht bij elkaar, want voorzeker ik zie jullie achter mijn rug.”

De hadieth is overgeleverd door al-Bukhari, Ahmed en al-Moekhallis in al-Fawaa’id, allen overgeleverd via een aantal wegen van overlevering van Hoemaid at-Tawiel die zei dat Anas ibn Maalik aan ons heeft overgeleverd: “De oproep voor het begin van de salaat werd gedaan, de boodschapper van Allah keerde zich naar ons en zei “Maak de rijen recht en kom dicht bij elkaar, want voorzeker ik zie jullie achter mijn rug.”

Al-Bukhari voegt in een overlevering van deze hadieth toe: “(Hij keerde zich naar ons toe en zei) voor het uitspreken van de openings-takbier...”

Hij voegde ook aan het einde toe: “...ieder van ons grensde zijn schouder aaneen met die van zijn metgezel (degene naast hem) en zijn voet met die van zijn metgezel.” Deze toevoeging wordt ook vermeld in het verslag van al-Moekhallis en Ibn Abie Shaybah met de volgende woorden: Anas zei: An-Noe’man ibn Basier: de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam heeft gezegd: “Maak jullie rijen recht (hij zei het drie keer), bij Allah, ofwel jullie maken jullie rijen recht of Allah zal onenigheid tussen jullie harten veroorzaken.”

Abu Dawud, Ibn Hibbaan, Ahmed en ad-Doelaabie in al-Koenaa van Abil-Qaasim al-Djadalie Hoesayn ibnil Haarith die zei: "Ik hoorde an-Noe’maan ibn Basier zeggen: "De boodschapper van Allah salla Allahu 'aleyhi wa sallam keerde zich naar ons en zei: [vervolgens noemde hij de hierbovenstaande hadieth]." Daarna voegde an-Noe’maan ibn Basier toe: "...dus zag ik iedere man zijn schouder aaneengrenzen; knie en enkel met die van zijn metgezel.” [Sahih al-Bukhari]

De fiqh (wetsleer) van deze ahadieth

In deze twee ahadieth zijn een aantal belangrijke punten van voordeel en fiqh.

1. De verplichting de rijen recht te zetten voor het gebed en samen er dicht bij elkaar in te staan, zie het bevel in de ahadieth genoemd. De regel betreft zulke bevelen, dat ze een verplichting (woedjoeb) inhouden, behalve als er een samengaand bewijs is dat anders bewijst, als het gevestigd is in de wetenschap van fiqh-principes. De qarienah (samengaand bewijs) hier benadrukt in feite de verplichting en dat is de uitspraak van de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam: “...of Allah zal onenigheid tussen jullie harten veroorzaken.”, aangezien zo’n waarschuwing nooit wordt gegeven voor datgene dat niet verplicht is zoals duidelijk is.

2. Het vormen en rechtmaken van de rijen genoemd in de hadieth wordt enkel bereikt door de schouder en de zijkant van de voet met de schouder en voet van de persoon naast hem aaneen te laten grenzen. Dit is wat de metgezellen deden toen hen werd bevolen de rijen recht te maken en er dicht bij elkaar in te staan. Vandaar dat al-Haafidh (ibn Hadjar) in al-Fath zei, na de uitspraak van Anas in de eerste hadieth te hebben genoemd, die ik hierboven heb geciteerd: “Dit is een expliciete uitleg dat de genoemde handeling (van de metgezellen) in de tijd van de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam werd gedaan. Met dit in gedachten wordt het nut van deze handeling als een voorwendsel (excuus) voor wat het rechtmaken van de rijen betekent compleet.”
Het is betreurenswaardig dat vele moeslims deze sunnah van de rijen rechtmaken hebben verwaarloosd, of liever gezegd, ze hebben het allemaal samen verloren, behalve enkele. Want ik heb dit niet door enige groepen onder hen zien doen, behalve door ahl-oel hadieth (de mensen van de ahadieth). Ik zag ze in Mekka in het jaar 1368 AH enthousiast en bezig met zich vast te houden aan de sunnah zoals met andere sunnah van al-Moestafa (Mohammed). Dit in tegenstelling tot anderen van de volgelingen van de Madhaabib - en ik sluit niet de Hanaabilah (Hanbalis) uit, want deze sunnah is totaal door hen vergeten. In feite hebben zij het daaropvolgend verlaten en zich ervan afgekeerd. Dit is omdat de meeste van hun Madhaahib (wetscholen) verklaren dat de sunnah met betrekking hiertoe is dat een ruimte van vier vingers breedte tussen de voeten moet worden gehouden en meer dan dit wordt afgekeurd zoals wordt uitgelegd in al-Fiqh alal-Madhaahib al-Arba’ah. Deze ruimte heeft geen basis in de sunnah: het is gebaseerd op puur een mening. Als het correct was, dan had het noodzakelijk geweest deze praktijk tot de imaam te beperken en tot degene die alleen bidt, zodat de authentieke sunnah (van het dicht bij elkaar in de rijen staan) niet tegengesteld aan deze praktijk zou zijn, zoals de fundamentele principes van fiqh (alQawaa’id al-Oesoelieyah) noodzakelijk maken. In het kort spreek ik de muslims aan - speciaal de imaams van de moskeeën - degenen die geïnteresseerd zijn de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam te volgen en de deugdzaamheid te verkrijgen om zijn sunnah te laten herleven. Ik verzoek hen naar deze sunnah te handelen en de mensen ertoe op te roepen totdat zij zich erin verenigen en waardoor zij gered zullen worden van die waarschuwing: “...of Allah zal onenigheid tussen jullie harten veroorzaken.”

3. In de eerste hadieth is er een bevestiging van een duidelijk wonder (moe’djizah) aan de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam gegeven en dat was zijn vermogen achter zich te kunnen kijken zonder zijn hoofd om te draaien. Echter, men moet weten dat dit alleen voor de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam was toen hij in de salaah was, aangezien niets in de sunnah bestaat dat verklaart dat hij gewoonlijk achter zich kon zien zonder zijn hoofd uit de salaat om te draaien. En Allah weet het ‘t best.

4. In de twee ahadieth is een duidelijk bewijs voor iets waar vele mensen niet over weten, hoewel het erkend wordt op het gebied van psychologie. En dat is het feit dat uiterlijke (ogenschijnlijk) slechtheid en corruptie, innerlijke slechtheid en corruptie aantast en vise versa. Er zijn hierover vele ahadieth, misschien zullen we bij een andere gelegenheid ze verzamelen als Allah, de Allerhoogste dat wenst.

5.De opening van de imaam in de openings-takbier voor het gebed wanneer de moe’addhin zegt: “Het gebed gaat beginnen” (Qad qaamatie-salaat) is een bid’ah (toevoeging, vernieuwing), doordat het de authentieke sunnah tegenspreekt, zoals deze ahadieth bewijzen- speciaal de eerste. De ahadieth laten ons zien dat nadat de iqaamah is uitgesproken, er een plicht op de imaam rust welke hij moet vervullen en dat is de mensen te bevelen de rijen recht te maken. Hij moet het hen herinneren, want hij is verantwoordelijk voor hen en zal worden ondervraagd: De Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam heeft gezegd: “...En allen van jullie zijn herders en allen van jullie zullen over jullie kudde ondervraagd worden.”

Uit: Silsilatoel ahadieth Sahihah
Door: Mohammed Naasir oed-dien al-Albaanie (vol.I, Blz. 70-74)
Vertaald door: Oways al-Haashimie ]

dinsdag 17 juli 2007

De kunst van het luisteren

Wanneer een persoon je iets begint te vertellen wat je al heel goed wist, of dit nou privé of in het openbaar gedaan wordt, doe dan alsof je het niet weet. Haast je niet om jouw kennis bekend te maken of het gesprek te onderbreken. Toon in plaats daarvan jouw aandacht en concentratie.

● De eerwaardige taabi'ie imaam 'Ataa ibn Abie Rabaah' zei: "Een jonge man vertelde me iets wat ik al voor hij geboren was gehoord zou hebben. Desondanks luisterde ik naar hem alsof ik het nooit van te voren gehoord had."

● Khaalid ibn Safwaan at Tamimi, die de zittingen van de twee khaliefa's bezocht: 'Umar ibn 'Abdoel 'Aziz en Hishaam ibn 'Abdoel Maalik, zei: "Wanneer een persoon je iets vertelt wat je al eerder gehoord hebt, of een nieuws die je al geleerd hebt, onderbreek hem dan niet om jouw kennis aan degenen die aanwezig zijn te tonen. Dit is onbeschaafd en slecht gemanierd."

● De eerwaardige imaam 'Abdoellah ibn Wahab al Qoerashi al Masri, een metgezel van imaam Maalik, al-Laith ibn Sa'd en at-Thawri, zei: "Soms vertelt een persoon mij een verhaal die ik al gehoord had voordat zijn ouders getrouwd waren. Maar toch luisterde ik alsof ik het nooit tevoren gehoord heb."

● Ibrahiem ibn al Joenaid zei: "Een wijze man zei tegen zijn zoon: "Leer de kunst van het luisteren zoals je de kunst van het spreken leert."

Goed luisteren houdt in dat men oogcontact heeft, de spreker toestaat om zijn toespraak af te maken, en jezelf in bedwang houdt om zijn toespraak niet te onderbreken.

● Al H'aafidh al Khaatib al Baghdadi zei in zijn gedicht: "Onderbreek nooit een toespraak. Al weet je het binnenstebuiten."


Door: Sheikh 'Abdoel Fattaah' Aboe Ghoedda

De laatste momenten van een gelovige

De profeet salla Allahoe ‘alayhi wa sallam heeft deze laatste momenten van het leven van de gelovigen en ongelovigen beschreven.

Hij salla Allahoe ‘alayhi wa sallam zei: "Als een gelovige op het punt staat om deze wereld te verlaten om over te gaan naar de volgende wereld, dan dalen engelen uit de hemelen neer met witte gezichten die stralen alsof hun gezichten de zon zijn, met een doodskleed uit het Paradijs en H'anoot [1] uit het Paradijs en zitten om hem heen in een menigte zover het oog reikt. Dan komt de Engel des Doods totdat hij zit bij zijn hoofd en zegt: "O goede ziel, kom naar buiten naar de vergeving en de tevredenheid van Allah!” En de ziel komt eruit en vloeit zoals een druppel water uit een waterzak stroomt en de Engel pakt het vast. Als hij het gepakt heeft, laten de engelen het geen moment in zijn hand. Zij nemen het en plaatsen het in het doodskleed [2] waarin H'anoot is. De geuren die daarvanzullen komen lijken op de lekkerste geur van musk [3] die op aarde gevonden kan worden.

Dan dragen zij hem naar boven en telkens als zij langs een groep engelen komen, vragen die: "Wie is deze goede ziel?" De engelen met de ziel antwoorden: "Die en die, de zoon van die en die," en zij gebruiken de mooiste namen waarmee de mensen hem in de wereld hebben genoemd. Zij brengen hem naar de laagste hemel en vragen of er een poort voor hem geopend kan worden. Die wordt voor hem geopend en de engelen van elke hemel, die dicht bij Allah staan, begeleiden hem naar de volgende hemel tot hij de zevende hemel bereikt. Dan zegt Allah de Almachtige: "Schrijf het boek van Mijn dienaar in 'iellieyien [4] en breng hem terug naar de aarde. Ik heb hen daaruit geschapen en Ik breng hen daar weer naar toe en Ik breng hen daar weer uit voort."

Zijn ziel wordt dan weer naar zijn lichaam toegebracht en twee engelen komen naar hem toe. Zij laten hem zitten en vragen hem: "Wie is jouw Rabb (Heer)?" Hij antwoordt: "Mijn Heer is Allah." Zij vragen hem: "Wat is jouw godsdienst?" Hij antwoordt: "Mijn godsdienst is de Islaam." Zij vragen hem: "Wie is deze man die naar jullie was gestuurd?" Hij antwoordt: "De boodschapper van Allah." Zij vragen hem: "Wat is jouw kennis?" Hij antwoordt: "Ik las het Boek van Allah, geloofde erin en verklaarde dat het waar was."

Een oproeper uit de hemel zal dan roepen: "Mijn dienaar heeft de waarheid gesproken!! Voorzie hem daarom met de tapijten (kleden waarop men zit) uit het Paradijs, kleed hem met de kleding van het Paradijs en open een poort voor hem naar het Paradijs!" Hij ontvangt wat van de frisse lucht en aangename geur ervan en zijn graf breidt zich uit zover het oog reikt. Een man met prachtige kleding en een lekkere geur komt naar hem toe en zegt: "Verheug je in dat wat je pleziert, want dit is de dag die je beloofd is." Hij vraagt: "Wie ben je? Je hebt een uiterlijk dat veel goeds voorspelt." Hij antwoordt: "Ik ben je goede daden." Dan zegt hij: "Mijn Rabb, laat het Uur [5] spoedig komen. Mijn Rabb, laat het Uur spoedig slaan, zodat ik naar mijn familie en mijn bezittingen kan terugkeren!"


[1] H'anoot: een geparfumeerde medische substantie dat gebruikt wordt voor het lichaam voordat het begraven wordt.
[2] En parfumeren het met die H'anoot
[3] Musk is de fijnste en beste substantie gebruikt als een parfum.
[4] 'iellieyien: de hemelen en het Paradijs
[5] De Dag des Oordeels en het Uur van de Wederopstanding.

Overgeleverd door: Ahmed, Abu Dawud, Ibn Khozaymah, al-Haakim & sahih verklaard door al-Albaani

Onrustig zijn en het maken van onnodige bewegingen in het gebed

Bijna niemand van de mensen die bidden, is vrij van dit probleem, omdat zij het bevel van Allah niet volgen (interpretatie van de betekenis): “…En staat voor Allah in ootmoed.” [1]; en ze falen om de woorden van Allah te begrijpen (interpretatie van de betekenis): “Waarlijk, de gelovigen slagen. Degenen die nederig zijn in hun salaat.” [2]

Toen de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam werd gevraagd over het gladmaken van de aarde voor het neerwerpen op de grond, zei hij, “Veeg het niet als jullie bidden; als jullie moeten, veeg dan het grond één keer.” [3] De geleerden vermelden dat aanhoudende, buitengewone, onnodige bewegingen iemands gebed ongeldig maken. Hoe kunnen die onrustige personen voor Allah staan, kijkend naar hun horloges, hun kleren rechtmakend, hun vingers in hun neus stoppend, naar rechts en links en naar de lucht kijkend, en niet vrezend dat Allah hun gezichtsvermogen zou kunnen wegnemen of dat Shaytaan hun gebed zou kunnen stelen?

[1] [Surat al-Baqarah ayah 238]
[2] [Surat al-Mu’minoon ayah 1-2]
[3] Overgeleverd door Abu Dawud, 1/581; zie ook Saheeh al-Jaami’, 7452

Bron:
http://www.al-islaam.com/al-islaam/artikelen/verbodenzaken/1/15.html

Over te snel bidden

Eén van de ernstigste vormen van diefstal of bedriegen, is bedriegen in het gebed. De Boodschapper van Allah salla Allahu 'aleyhi wa sallam heeft gezegd: "De ernstigste soort dief is degene die steelt van zijn gebed." De mensen vroegen, "O Boodschapper van Allah, hoe kan iemand van zijn gebed stelen?" Hij zei: "Door rukoo' en sujood niet goed te doen." [1]

Dit gebrek aan kalmte en nalatigheid om te pauzeren in rukoo' en sujood, om gelijk na de rukoo' op te staan of goed te zitten tussen de sujoods kan worden opgemerkt bij velen van degenen die bidden, en nauwelijks een moskee is vrij van voorbeelden van mensen die niet de goede kalmte hebben in het gebed. Correcte bedaardheid is één van de pijlers van het gebed, die zonder ongeldig is.

Dit is een serieuze zaak. De Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam heeft gezegd: "Iemands gebed is niet goed genoeg totdat zijn rug recht is in rukoo' en sujood." [2]

Er is geen twijfel dat de gebrek aan goede kalmte slecht is. De persoon die hieraan schuldig is, verdient het om te worden berispt en bedreigd met bestraffing. Abu 'Abdullaah al-Ash'ari verhaalde dat de Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam zijn Metgezellen leidde in het gebed, daarna ging hij met een groep van hen zitten. Een man kwam en begon te bidden, maar maakte zijn bewegingen snel als een kip die op de grond pikt.

De Profeet salla Allahu 'aleyhi wa sallam zei: "Zien jullie dit? Eenieder die sterft en dit heeft gedaan, is gestorven buiten de gemeenschap van Mohammed, en zijn gebed is als een kraai die bloed pikt. De persoon die bukt, dan pikt in zijn sujood, is als een hongerige man die niet meer eet dan 1 of 2 dadels wat voor goeds zal hem dat doen?" [3]

Zayd ibn Wahb zei: "Hudhayfah zag een man die zijn rukoo' en sujood niet goed uitvoerde. Hij zei: "Je hebt niet gebeden en als je zou sterven, zou je sterven op een manier anders dan die is geopenbaard door Allah aan Mohammed.'" [4]

Als iemand zich bewust is van deze beslissing, dan zou hij het gebed moeten herhalen en berouw tonen aan Allah als hij faalt het gebed met de goede kalmte uit te voeren; hij hoeft niet al zijn voorgaande gebeden te herhalen, zoals is vermeld in de hadeeth "Herhaal je gebed, daar je niet hebt gebeden."


[1] overgeleverd door Abu Dawud, 1/533; zie ook Saheeh al-Jaami', 7224
[2] overgeleverd door Abu Dawud, 1/533; zie ook Saheeh al-Jaami', 7224
[3] overgeleverd door Ibn Khuzaymah in zijn Saheeh 1/332; zie ook al-Albaani, Sifat Salaat al-Nabi (Het Gebed van de Profeet beschreven, 1313
[4] overgeleverd door al-Bukhaari, zie al-Fath, 2/274

Bron: www.al-haqq.eu/forum
Door: zuster Hoedayfa

Lezing: Schaamte - Sheikh Mohammed Hassaan

Met Nederlandse ondertiteling:

Part 1: http://youtube.com/watch?v=q6RDP69u2Ig
Part 2: http://youtube.com/watch?v=7rnlSfgvQdM
Part 3: http://youtube.com/watch?v=X2uYNdmGkCo

De dood van de Profeet Salla Allahu 'alayhi Wa Sallam

Toen de missie van de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam volbracht was, brak de tijd aan om naar de hemelse woonplaats te vertrekken. Hij werd ziek en zijn gezondheid verminderde met een enorme snelheid.

Op maandag de 29ste Shafar, 11 A.H. ging de Profeet sallaAllahu 'alayhi wa sallam naar Al-Baqie', bad voor de overledenen en keerde terug naar het huis van zijn vrouw Maimoenah RadyaAllahu 'anha. De koorts werd heviger en de pijn nam aanzienlijk toe. Maar al dit lijden weerstond de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam met opmerkelijke kalmte en rust en hij leidde toch het gebed in de moskee. Maar hij werd te zwak en zijn ziekte verergerde. Hij zei tegen zijn vrouwen: "Giet zeven zakken water over me uit van verschillende bronnen opdat ik naar buiten kan gaan naar de mannen om hen te waarschuwen." Zij plaatsten hem in een tobbe die van Hafsa radyaAllahu 'anha was en gooiden water over hem totdat hij uitriep: "Genoeg, genoeg." Daarna hielpen ze hem met aankleden, verbonden zijn hoofd en 'Ali en 'Abbas radyaAllahu 'anhum ondersteunden hem tot de moskee waar hij op de preekstoel ging zitten en zich tot de mensen richtte. Hij zei: "Er is een dienaar aan wie Allah de keus gaf tussen deze wereld en de wereld die met Hem is en de dienaar heeft de wereld die met Allah is gekozen." Het was alleen Abu Bakr radya Allahu 'anhu die begreep wat de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam bedoelde met deze woordkeuze. Hij begon te huilen, omdat hij wist dat de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam naar zichzelf verwees en dat de keus een onvermijdelijke dood betekende. De Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam realiseerde zich dat zijn goede vriend Abu Bakr radyaAllahu 'anhu hem begrepen had en hij vroeg hem niet te huilen. Hij zei: "De vrijgevigste man voor mij wat betreft gezelschap en de opoffering van zijn rijkdom is Abu Bakr. Als ik een boezemvriend moest kiezen, zou ik Abu Bakr kiezen, maar gezelschap en broederschap in het geloof zal tussen ons blijven bestaan tot Allah ons verenigt in Zijn aanwezigheid."


Al-Bukhari vertelt dat op de eerste dagen van Shafar de 11 A.H. de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam naar de graven van de martelaren van Uhud ging en voor hen bad. Daarna ging hij naar de preekstoel en richtte zich tot de mensen: "Ik ga jullie voor en ik ben jullie getuige. Jullie verbond met mij is aan de Fontein die ik vanuit hier kan zien. Aan mij werden de sleutels van de wereldlijke schatten gegeven. Bij Allah, ik vrees niet dat jullie partners naast Allah zullen aanbidden maar ik vrees voor jullie wat deze wereld betreft, daar jullie om wereldlijk voordeel te behalen elkaars hoofd af zouden slaan."

Het wordt ook verteld dat, toen de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam naar de begraafplaats van al-Baqie' ging hij om vergiffenis voor de martelaren te bidden, hij zei: "Vrede zij met jullie, O mensen van de graven. Gelukkig zijn jullie daar zoveel beter af dan de mensen die nog leven. Tweedracht is gekomen als de de golven van de donkerste nacht, de één na de ander en één is nog erger dan de vorige."

'Aisha radyaAllahu 'anha vertelt: "Toen de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam ernstig ziek werd, beval hij de mensen Abu Bakr te zeggen dat hij in de salaat moest leiden." Maar 'Aisha vreesde dat het haar vader veel pijn zou doen om de plaats van de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam in te nemen. Daarom zei ze: "Boodschapper van Allah, Abu Bakr is een heel gevoelige man die geen krachtige stem heeft en veel huilt als hij de Qur'aan reciteert." Daarop antwoordde de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam: "Jij bent zoals de vrouwen die bij Jozef 'alayhi salaam waren. Zeg tegen Abu Bakr dat hij de mensen in de salaat moet leiden."

De Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam lag veel van zijn tijd met zijn hoofd op de borst of de schoot van 'Aisha. Daar hij bedlegerig was en veel pijn leed, riep hij zijn dochter Fatima radya Allahu 'anha en zei tegen haar dat ze naast hem moest gaan zitten. Daarna sprak hij heimelijk tot haar waarna ze bitter huilde. Toen hij zag dat ze veel verdriet had, fluisterde hij haar een ander geheim toe en deze keer lachte ze. 'Aisha radya Allahu 'anha vroeg haar over het geheim dat haar liet huilen maar Fatima weigerde het te vertellen, terwijl ze zei: "Ik ben niet van plan het geheim van de Boodschapper van Allah salla Allahu 'alayhi wa sallam aan het daglicht te brengen." Toen de Boodschapper van Allah salla Allahu 'alayhi wa sallam overleden was, zei 'Aisha tegen haar: "Ik bezweer je bij het recht dat ik op je heb, dat je me vertelt wat de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam tegen je zei." Zij zei: "Nu kan ik het je wel vertellen. De eerste keer vertelde de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam me dat hij niet beter zou worden van zijn fatale ziekte en daarom huilde ik. De tweede keer zei hij dat ik de eerste van zijn familie zou zijn die zich (in het paradijs) bij hem zou voegen en dat liet me lachen."

Anas ibn Malik radya Allahu 'anhu vertelt ook: "Toen de ziekte van de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam erger werd, raakte hij bewusteloos en daarop zei Fatima: "O hoe verdrietig mijn vader is." Daarop zei de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam: "Jouw vader zal na vandaag niet langer verdrietig zijn."

De toestand van de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam verslechterde. Zijn koorts werd zo hoog dat men zijn lichaam nauwelijks kon aanraken vanwege de brandende hitte. Zijn lichaam deed pijn maar hij was nog steeds bezig de mensen tot rechtschapenheid uit te nodigen. Terwijl hij zich naar zijn vrouwen toedraaide die dichtbij zaten, zei hij: "Oh Fatima mijn dochter en jij Safiyyah, mijn tante, probeer dat te doen wat Allah tevreden stelt, want ik heb werkelijk geen macht bij Hem om jullie op één of andere manier te redden."

Op de 11e van Rabie' Al-Awwal waren de koorts en de pijn ietwat afgenomen en er trad een gering herstel op en hij kwam weer een beetje op kracht. De Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam die de oproep tot het gebed hoorde, besloot naar de moskee te gaan. Het gebed was al begonnen toen hij binnentrad en de moslims werden bijna afgeleid door de vreugde de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam te zien. Maar de Boodschapper van Allah salla Allahu 'alayhi wa sallam gaf een teken dat ze door moesten gaan. Abu Bakr was het oproer achter hem gewaar geworden en hij realiseerde zich dat de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam de moskee moest binnen gekomen zijn. Zonder zijn hoofd te draaien stapte Abu Bakr naar achteren maar de Profeet plaatste zijn hand op zijn schouder en duwde hem zachtjes naar voren als een teken dat hij door moest gaan met het leiden van de moslims in de salaat. Toen hij klaar was, ging de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam op de preekstoel zitten en richtte zich tot zijn toegewijde metgezellen: "Bij Allah ik heb niets wettigs gemaakt wat Allah niet reeds wettig verklaard heeft, noch heb ik iets onwettig verklaard behalve hetgeen Allah onwettig verklaard heeft."

De Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam leek uitgeput, daarom keerde hij terug naar het huis van 'Aisha vergezeld van twee van zijn metgezellen. In de loop van de dag werd zijn gezondheid steeds zwakker. 'Aisha die zag dat hij te zwak was, hief zijn hoofd van het kussen op en plaatste het op haar schoot. Ze maakte zijn voorhoofd voortdurend nat met een vochtige doek. De koorts was zeer hoog maar de edele Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam bleef kalm en klaagde nooit. Hij had zich onderworpen aan de wil van Allah en herhaalde de volgende woorden steeds weer, "In het gezelschap van degenen over wie de genade van Allah is."

Hij salla Allahu 'alayhi wa sallam voelde dat hij onvermijdelijk naar het einde toeging. Ofschoon hij op de drempel van de dood stond, verloor hij geen enkele keer de moed. Hij ging door met Allah te verzoeken hem te helpen: "O Heer, ik smeek U mij te helpen bij de doodstrijd."

Op dat moment kwam 'Abdur-Rahman, de broer van 'Aisha, de kamer binnen met een groene siwaak (een tandenstokje) in zijn hand, terwijl 'Aisha de rug van de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam ondersteunde en hij tegen haar borst aanleunde. Toen ze zag dat de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam naar het stokje keek, begreep ze dat hij het wilde hebben. Daarom zei ze tegen hem: "Zal ik het voor je pakken?" Hij knikte van ja. Ze nam het van haar broer, maar het was te hard voor hem om het te gebruiken daarom vroeg ze: "Zal ik het zacht voor je maken?" Hij knikte bevestigend. Ze kauwde er een beetje op om het zacht en buigzaam te maken en gaf het aan de Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam die zijn tanden er flink mee poetste ondanks zijn zwakke gezondheid.

Zijn kracht was in een korte tijd afgenomen en men hoorde hem zeggen: "O Allah, vergeef me en laat me deelnemen aan het gezelschap daarboven." Hij mompelde ook: "Ja, zelfs de verhevenste metgezel in het Paradijs." Daarna zei hij: "Salaat, salaat! De personen die aan je zorg werden toevertrouwd." Dit herhaalde hij enkele malen. Hij begon zijn bewustzijn te verliezen en zijn kracht verminderde. Hij opende zijn ogen wijd en zei duidelijk: "Heer, gezegend is het gezelschap daar boven." Zijn ledematen verlamden en hij viel op de schoot van 'Aisha. Zij vestigde haar ogen ongerust op hem en hoopte een antwoord van hem te krijgen maar tot haar grote verdriet zag ze de lichte schijn van een glimlach die lippen van haar echtgenoot verzachtte en die niet meer tot deze wereld behoorde. De Profeet salla Allahu 'alayhi wa sallam was reeds naar het gezelschap van de Ene, hoog boven gegaan. Dat was op maandag 12 Rabie' Al-Awwal in 11 A.H.

Bron "Biografie van de rechtgeleidenen kaliefen"